Zonder enige regelmaat verschijnen hier stukjes die niet elders zijn te lezen


Dingen die voorbijgaan


Dat zijn oude mensen, eikel. Daar moet je respect voor hebben.’

Op het kruispunt tussen de Kneuterdijk en de Plaats, even voorbij de plek waar de gebroeders de Witt zijn vermoord, stond een mountainbiker te schreeuwen tegen een grijze Opel.

Het autootje had zich al halverwege het zebrapad geboord. Vijf of zes grijze mensen schuifelden, paradegewijs, naar de overkant. Ongetwijfeld onderweg naar het Mauritshuis, bewapend met hun jaarkaarten en pepermuntrolletjes, om Rembrandt te zien. Al had iemand ze nu bijna van de sokken gereden, op het laatst een piepende noodstop gemaakt. En daarna waarschijnlijk geklaagd over hun traagheid, in woord of gebaar.

In Den Haag rijden ze doorgaans attenter dan in Amsterdam. Ze stoppen er nog wel eens voor een zebrapad. Andersom hoor je hier dan minder vaak dat vlotgebekte van een omstander die zich er mee bemoeit.

‘Respect ja. Respect!’

De mountainbiker boog zich nu naar het raampje toe. Ik kon niet zien of de bestuurder hem op een kier had gedraaid. Maar ook door glas heen viel te disputeren. Al bleef het repertoire wat eenzijdig.

‘Oude mensen, ja. Daar moet je respect voor hebben.’

En daarna, voor hij wegfietste, kreeg hij nog een laatste inval: ‘Je bent zelf bijna zo ver.’

Over zijn stuur gebogen pedaalde hij in de richting van het Binnenhof. De auto reed de andere kant uit, en verdween om de hoek bij de Kloosterkerk..

Je bent zelf bijna zo ver. Het toegesnauwde memento-mori bleef hangen in het septemberlicht, met al iets van nazomernevel er in.